Elk jaar rond Halloween dagen ze weer op: de uitgeholde pompoenen die worden opgelicht door er een kaars in te plaatsen. Maar van waar komt die traditie? Wel, de geschiedenis van het maken van die zogenaamde ‘Jack-o’-lanterns’ begint in Ierland.
Er bestaat meer dan 1 verhaal over de oorsprong van de uitgeholde pompoen. Hier lees je misschien wel het bekendste, dat van de smid genaamd Jack.
Op een grauwe, mistige avond kwam Jack de duivel tegen die hem naar de hel wilde meenemen. Uiteraard wou Jack hier maar wat graag onderuit raken en dus bedacht hij een list. Daarmee wist hij de duivel in een boom te lokken. Vervolgens kraste hij een kruisteken in de stam van de boom zodat de duivel de boom niet meer kon verlaten. Pas nadat de duivel Jack had beloofd dat hij nooit naar de hel zou hoeven, haalde Jack het kruisteken weg en liet hij de duivel weer vrij.
Jaren later kwam het keven van Jack aan zijn eind en verwachte hij dat hij naar de hemel zou kunnen gaan. Maar omdat Jack niet bepaald een lieve jongen was geweest, werd hem de toegang geweigerd. Vervolgens daalde hij af naar de hel, waar de duivel zich aan zijn belofte hield en Jack ook niet binnen liet. Wanneer de duivel hem wegstuurde bij de hellepoort, gooide de duivel Jack wel nog een gloeiend kooltje achterna. Dat stak Jack in een uitgeholde knol om zijn pad te verlichten. Sindsdien doolt de ziel van Jack volgens het verhaal rond over de aarde.
In het vroegere Ierland werden knollen gebruikt om de lantaarns te maken, maar wanneer de Ieren naar Amerika emigreerden, ontdekten ze al snel dat de pompoen hiervoor een stuk geschikter was. Sindsdien worden pompoenen tijdens Halloween uitgehold en verlicht met een kaars.
